Misvattingen inzake het Duitse arbeidsrecht

In deze reeks behandelen wij veel voorkomende mythen en legenden omtrent het Duitse
arbeidsrecht:

Heden de volgende stelling:

Pas na drie waarschuwingen kan de baas opzeggen.

Echt niet! Wie afspraken niet nakomt, notoir te laat komt of tijdens kantooruren graag eens een pintje vat, hoeft in Duitsland weliswaar niet te vrezen onmiddellijk op straat gezet te worden. Maar de veronderstelling dat een werkgever op kleinere of grotere misstappen van zijn medewerker met een hele reeks schriftelijke vermaningen moet reageren alvorens tot ontslag te kunnen overgaan, kan gerust naar het rijk der fabelen verwezen worden. In beginsel gaat het als volgt: een werkgever moet zijn medewerker, wiens gedragingen hem niet aanstaan, er principieel op attenderen dat hij diens gedrag afkeurt, en dit vergezeld laten gaan van een schriftelijke waarschuwing.

In deze vermaning moet vermeld staan, waaraan precies de baas zich stoort. Bovendien moet de werkgever deze berisping koppelen aan de opmerking dat de werknemer met ontslag moet rekenen als hij zijn houding niet verandert. Vervolgens moet de werkgever zijn medewerker voldoende tijd gunnen zijn optreden bij te stellen. Pas als dit vergeefs blijkt te zijn, kan de werkgever de arbeidsovereenkomst met zijn hardleerse medewerker beëindigen. In geval van vermogensdelicten is bovendien ontslag op staande voet zonder voorafgaande waarschuwing mogelijk. Wie steelt, liegt of bedriegt kan er van uitgaan dat zijn werkgever niet eerst een berisping gaat schrijven, alvorens hem stante pede de laan uit te sturen.

Meer weten over arbeidsrecht in Duitsland? Neem contact op met Gisela Surmann, Anja Romijnders of Torsten Viebahn, Fachanwälte für Arbeitsrecht.

Eerdere onderwerpen
• Wie ontslagen wordt, heeft automatisch recht op een ontslagvergoeding (zie ook JND 02-2011)
• Ontslagvergoedingen moeten met het bedrag van de ww-uitkering (Arbeitslosengeld) (zie ook JND 03-2011)
• In economisch moeilijke tijden mogen bedrijven het salaris van hun werknemers inkorten (zie ook JND 04-2011)