Goeiemoggel is een gevaarlijk woord in de omgang met Duitsers

Goeiemoggel is een gevaarlijk woord in de omgang met Duitsers

Nederland is in de ban van het kunstwoord Goeiemoggel. De Gouden Loeki werd ermee gewonnen en een carnavalhit geboren. Het valt te verwachten, dat de Nederlandse samenleving volledig gemoggeld zal worden.

Reeds nu hoor je regelmatig: “Dat moggel ik wel even of dat zullen wij wel even moggelen”, in navolging van de uitspraak van de transport (transplovt) disponent in de bekende reclamespot.

Goed, taal is een levend instrument en aan permanente verandering onderworpen. En als de Nederlanders hun eigen taal willen verkrachten dan is dat op wereldschaal bekeken een verwaarloosbare collaterale schade in het kader van de digitalisering van de maatschappij. Veel plezier ermee, zou ik willen zeggen, ware het niet zo dat ik vrees dat dit nieuwe taalgebruik ook ingang zal vinden bij onderhandelingen met Duitse zakenrelaties.

Ik hoor de Nederlandse verkoper tegen de Duitse klant al zeggen: ”Das werde ich schon  moggeln of das moggeln wir schon“. Hij denkt met deze uitspraak grappig te zijn en wil aangeven dat de oplossing voor het vraagstuk een fluitje van een cent is.
De Duitser zal in eerste instantie verbaasd kijken. Wat moet hij met deze uitspraak die duidelijk een woord bevat dat de Duitse taal niet kent (en de Nederlandse officieel natuurlijk ook (nog?) niet). Omdat hij logischerwijs de betekenis van het Nederlandse kunstwoord moggelen niet kan kennen, zoekt hij in zijn eigen Duitse woordenschat om te begrijpen wat de Nederlander in het Duits wil zeggen. En inderdaad, er bestaat in de Duitse taal een woord dat zowel qua spelling alsook fonetisch heel erg op moggelen lijkt: mogeln.

Dus de Nederlander heeft volgens de Duitser als antwoord op een vraagstelling gezegd: “Das werde ich schon mogeln of das mogeln wir schon”.

De Duitser zal verontwaardigd zijn en aan de serieuze bedoelingen van zijn Nederlandse gesprekspartner twijfelen. Hiervoor heeft hij ook alle redenen, als wij bekijken wat volgens de Van Dale “Duits–Nederlands” het woord mogeln betekent:
mogeln: bedriegen, spieken, vals spelen, jokken maar ook (ergens tussen) smokkelen.

Uit de optiek van de Duitser geeft de Nederlander dus openlijk aan dat hij voornemens is hem op een slinkse manier een oor aan te naaien. Een ongekende brutaliteit in de (zakelijke) omgang tussen partners. Als dit “taaltechnische“ misverstand niet onmiddellijk wordt opgelost zal de (zakelijke) relatie onherstelbare schade lijden want volgens een Duits spreekwoord geldt: “wer einmal luegt dem glaubt man nicht, und wenn er auch die Wahrheit spricht”.

Gevreesd mag worden dat een opheldering niet zal plaatsvinden. De Nederlander heeft er geen aanleiding toe omdat hij zich van geen kwaad bewust is. Het hangt er dus van af of de Duitser navraag doet of hij het goed begrepen heeft dat hier een onserieus voorstel wordt gedaan. En die kans lijkt mij niet groot, gezien de strekking van het Duitse spreekwoord. Eerder kan de Nederlander erop rekenen dat hij stante pede “rausgeschmissen” wordt.

Blijft de vraag of de Duitser het woord moggelen anders had kunnen interpreteren. Welnu, Van Dale “Duits – Nederlands“ kent slechts drie Duitse woorden die met de letters moge beginnen: Mogelei, mogeln, Mogelpackung . En die hebben allemaal de zelfde strekking.

Anderzijds moet ik op deze plaats begrip vragen voor mijn landgenoten, die u in de toekomst met een vriendelijk Goeiemoggel zullen begroeten. Een vreemde taal leer je o.a. door naar de autochtone bevolking te luisteren en zoveel mogelijk woorden in je geheugen op te slaan. Als je een woord regelmatig hoort, neem je aan dat het tot de officiële woordenschat van een taal behoort en gebruik je het in de opgeslagen context zonder argwaan, tenminste als je het reclamespotje niet kent.