De wereld van Single Malt Whisky volgens Willem Ham vervolg

De wereld van Single Malt Whisky volgens Willem Ham (vervolg)

Na een (mislukte) poging om alle “one hundred wines you must drink before you die” te verzamelen, ga ik een nieuwe uitdaging aan. Single Malt Scotch Whisky lijkt er bijzonder geschikt voor. Dit temeer ik regelmatig het genoegen heb om te genieten van enige voorlichting door de Continentaal-Europese Godfather van de Single Malt, de heer Willem Ham.

Willem heeft meer dan 1700 soorten Single Malt in zijn restaurant “Het Kompas” op Texel uitgestald (en zelf geproefd). De keuken van dit restaurant, die door Els Veeger wordt bestierd, kent eveneens een groot aantal gerechten dat door toevoeging van Single Malt een bijzondere smaak krijgt. Een uitdaging dus, waar ik nog enige tijd mee bezig zal zijn.

Willem Ham legt uit:

Highland Malt
Speyside
BENRINNES (1835

Aberlour, Banffshire. Licentiehouder: A. & A. Crawford Ltd, Leith. Onderdeel van Scottish Malt Distillers Ltd. (S.M.D.) De malt divisie van United Distillers Ltd. Eigendom van Guinness.

De eerste distilleerderij die werd gebouwd op de hellingen van de Benrinnes en zijn naam kreeg.

Benrinnes is 213 meter boven de zeespiegel gelegen en wordt voor het eerst genoemd toen Peter McKenzie boerde op de Whitehouse Farm en ook distilleerde.

In 1829 werd de distilleerderij weggevaagd door een vloedgolf van water die de berg afkwam Benrinnes werd hebouwd in 1835, anderhalve kilometer meer de berg op, op zijn huidige plek.

De distilleerderij was zo ontworpen dat men gebruik maakte van het hoogteverschil, van het terrein, zodat men maar één pomp nodig had in het gehele complex.

In 1842 was John Innes hier distillateur.

In 1845 werd William Smith distillateur, hij was eigenaar van de apperatuur, maar niet van de gebouwen en ging in 1864 bankroet.

In 1864 werd David Edward huurder van de grond en gebouwen.

Zijn zoon Edward volgde zijn vader op te Benrinnes, stichtte Craigellachie, Aultmore, was aandeelhouder in Oban en had invloed in veel bedrijven die met het maken van en de handel in met whisky hadden te maken.

The Benrinnes – Glenlivet Distillery Co, Ltd werd gevormd in 1897, en land, gebouwen, ma­chinerie, waterrechten en goodwill werden gekocht voor £ 78.930.

David Edward werd voorzitter en drie andere bekende namen in de Schotse whiskywereld wer­den zijn mededirecteuren: Innes Cameron van Linkwood, Duncan MacCallum van Glen Nevis (Campbetlown) en F.W. Brickmann te Leith„ bankman en whiskymakelaar.

Benrinnnes produceerde tegen hoge kosten in die tijd vanwege de onmogelijke plaats van de distilleerderij: alles moest met paard en wagen van het spoorwegstation te Aberlour van en naar Benrinnnes worden vervoerd.

Maar door de hoge kwaliteit van het produkt kon men ook een hogere prijs vragen en krijgen.

In 1896 werd Benrinnnes grotendeels door brand verwoest en drie jaar later op grotere schaal herbouwd.

De parafine verlichting werd toen ook vervangen door electrisch licht.

Tengevolge van het bankroet van de blending firma Pattison te Leith in 1899, waarbij een groot aantal bedrijven in de whiskyindustrie mee werden gesleept, waaronder F.W. Brickman, die optrad als verkoopagent voor de whisky van Benrinnnes, beleefde Benrinnnes heel moei­lijke jaren, net als zoveel anderen.

Tien jaar later werd het aandelenkapitaal afgeschreven van £ 80.096 tot £ 39.800. John Dewar & Sons Ltd, te Perth nam Benrinnnes in 1922 over.

In 1930 na het samengaan van Dewar en anderen met de Distillers Company Ltd (D.C.L) werd Benrinnnes onderdeel van Scottish Malt Distillers Ltd, de maltdivisie van de D.C.L.

Benrinnes sloot in 1932 – 1933 en weer in 1943. In 1945 werd Benrinnes weer opgestart.

Electriciteit werd toen opgewekt door een generator die werd aangedreven door een petro­leum motor, en indien de waterstand hoog genoeg was door middel van een water-wiel.

In 1951 werd Benrinnnes aangesloten op het electriciteitsnet.

In 1955 werd Benrinnnes herbouwd en gemoderniseerd en in 1956 weer opgestart.
Wordt vervolgd.