Recht van aangenomen werk (Werkvertrag) versus kooprecht

Casus: Voor de bouw van een technische installatie geeft de opdrachtgever een opdracht aan een bedrijf om bouwelementen te vervaardigen. Onderdeel van de opdracht zijn ook de bouwkundige berekeningen.

Nadat de elementen zijn ingebouwd blijken deze niet aan de specificatie te voldoen. De opdrachtgever meldt de gebreken aan de opdrachtnemer. Deze stelt dat de melding te laat is en de opdrachtgever geen rechten kan doen gelden. Er zou sprake zijn van een koopovereenkomst en bij koopovereenkomsten moeten de geleverde goederen onverwijld na aflevering worden gecontroleerd en eventuele gebreken worden gemeld. 

Oplossing: Een van de verschillen tussen het recht van koopovereenkomsten en het recht van aanneming is, dat bij koop de koper de geleverde goederen onverwijld op het bestaan van gebreken moet controleren en deze moet melden wil hij niet zijn rechten verliezen. Bij het recht van aanneming kennen wij een dergelijk korte termijn niet. De hamvraag is dus welk recht van toepassing is.
 
De Hoge Raad oordeelt dat alleen degene die de Errichtung eines Bauwerks  is verschuldigd en in het kader van deze opdracht elementen produceert en levert onder het recht van aanneming valt. Degene die slechts elementen produceert en levert valt onder het kooprecht.

Weliswaar waren onderdeel van de opdracht de bouwkundige berekeningen waarop zonder twijfel het recht van aanneming van toepassing is. Deze zijn echter van ondergeschikt belang en maken niet de algehele overeenkomst tot een Werkvertrag.

Gevolg: de opdrachtgever had onverwijld moeten controleren of de geleverde elementen aan de specificatie voldoen. Nu hij dit heeft nagelaten kan hij geen rechten meer doen gelden.

Uw aanspreekpartner: Udo Croonenbrock