In een nieuwe reeks behandelen wij veel voorkomende mythen en legenden omtrent het Duitse arbeidsrecht:
1. Wie ontslagen wordt, heeft automatisch recht op een ontslagvergoeding.
Jammer dan, maar wie door zijn baas op straat wordt gezet, heeft niet zonder meer recht op een vergoeding. Dit heeft met de veelomvattende ontslagbescherming in Duitsland te maken. Als een werknemer de “gewichtige redenen” voor zijn ontslag niet accepteert en naar de rechter stapt, zijn er volgens de wet twee oplossingen mogelijk: of de werknemer wordt in het gelijk gesteld, mag zijn baan houden en komt dus ook niet in aanmerking voor ontslagvergoeding; of de werkgever wint de procedure waardoor het ontslag wettelijk gerechtvaardigd is. Een smartengeld voor het verlies van zijn baan kan een werknemer dan vergeten.
Heel wat ontslagprocedures eindigen evenwel niet met een vonnis, maar met een schikking. De vraag of de opzegging rechtmatig was of niet wordt hierbij niet meer beantwoord. In plaats hiervan verklaart de werkgever zich bereid zijn vroegere werknemer schadeloos te stellen. Als reactie hierop accepteert de werknemer het ontslag, ontvangt een afkoopsom en bespaart zichzelf de beproeving, om bij een baas te blijven werken die hem niet meer wil. Uitzonderingen hierop vormen regelingen die in cao’s zijn vastgelegd of arbeidsovereenkomsten, waarin een werknemer (tegen betaling van een afkoopsom ter hoogte van een half maandsalaris per jaar van het dienstverband) a priori afziet van een klacht tegen ontslag om bedrijfseconomische redenen.
Voor vragen omtrent het Duitse arbeidsrecht neem contact op met Gisela Surmann, Anja Romijnders of Torsten Viebahn (Fachanwälte für Arbeitsrecht)