Incasso: No cure no pay is sigaar uit eigen doos

Dat een klant zijn rekeningen niet betaalt is vervelend. De mentaliteit dat in het vervolg degene die er werk van maakt, om deze vorderingen te innen, voor zijn werkzaamheden slechts betaald wordt als hij succes heeft, is pervers en nadelig voor de opdrachtgever. De incassant heeft namelijk plots een eigen belang in de zaak: met zo weinig mogelijk werk en dito kosten het voor zijn bedrijf optimale resultaat te behalen.

Het begint er tegenwoordig vaak mee dat de gedupeerde ondernemer zijn eigen incassodossier via een online-verbinding op de site van de incassant moet aanmaken, waarna in het vervolg automatisch een aanmaning op het briefpapier van de incassant wordt gegenereerd en wordt verzonden. In feite doet de ondernemer dus al het werk en de incassoprovisie wordt betaald voor het gebruik van het logo en briefpapier van de incassant. Er is altijd een percentage debiteuren dat op een eerste aanmaning betaalt, dus hier zit de eerste winst voor de incassant. No work but pay. Voor diegenen die na de eerste aanmaning niet hebben betaald, wordt er automatisch een tweede aanmaning gegenereerd, en ook hierop betaalt een bepaald percentage debiteuren. No work but pay.

Op het moment dat een debiteur inhoudelijk verweer voert wordt de zaak minder lucratief, want nu moeten voor het eerst mensen naar de zaak kijken, en die kosten geld. Dus gaat het er voor de incassant nu om, de inzet van manpower zo beperkt mogelijk te houden. Hij zal dan ook elke kans oppakken om de zaak zo snel mogelijk af te sluiten. Een schikking ten laste van de ondernemer is weliswaar in strijd met de beroepseer, maar voor de incassant uit economisch oogpunt zinvol. Waarom zou hij immers voor de volle honderd procent van de vordering gaan en daar uren werk in stoppen, als hij 50% van de vordering gemakkelijk kan binnenhalen.

De vraag is: hoe overtuig je de opdrachtgever dat een dergelijke schikking voor hem zinvol is en hij blij is met het behaalde “resultaat”? Natuurlijk via de kostenargumentatie. ”Als wij doorgaan zullen wij een advocaat moeten inschakelen en kosten moeten maken die niet in verhouding staan tot het verschilbedrag dat wij nu nageven. Denk ook om de griffierechten en de kosten van de executie. En überhaupt, wie weet of de debiteur aan het einde van het traject kan betalen. Dan is het beter om nu genoegen te nemen met het schikkingsbedrag”.

De ondernemer die voor het incasseren van zijn vordering geen geld wil uitgeven zal deze argumentatie gaarne oppakken. Hij merkt namelijk niet dat hij het no cure no pay beginsel net duur betaalt. Weliswaar hoeft hij geen geld op tafel te leggen (behalve de gemakkelijk verdiende incassoprovisie voor de incassant), maar hij ontvangt ook niet het bedrag waarop hij recht had. Psychologisch beschouwd voelt de eerste variant zeldzaam genoeg  toch beter, en van dit fenomeen leeft de no cure no pay business.

Wij werken niet op basis van no cure no pay, maar (bij onbetwiste handelsvorderingen) op basis van een kostenbegroting volgens de Duitse wettelijke advocatentarieven.

Mocht u desondanks uw vorderingen op Duitse debiteuren uit handen willen geven kunt u contact opnemen met Anne Collisi.