Duitse belastinghervorming

Duitse belastinghervorming

Per 1 januari is de eerste fase van de Duitse belastinghervorming van kracht geworden. Deze moet een totale belastingontlasting van circa 45 miljard DM opleveren. De belangrijkste hervormingspunten zijn:

Grundfreibetrag (belastingvrije voet):
De belastingvrije voet stijgt van circa 13.500/27.000 (alleenstaanden/gehuwden) naar circa 14.000/27.000 DM.

Einkommensteuer (inkomstenbelasting):
Het verloop van de tarieven van de inkomstenbelasting wordt vlakker. Het “instaptarief” daalt van 22,9 naar 19,9 procent, het hoogste tarief van 51 procent naar 48,5. Dit tarief is van toepassing bij een jaarinkomen vanaf 107.568 DM c.q 215.136 DM voor gehuwden (voorheen 114.500 DM / 229.000 DM)

Körperschaftsteuer (vennootschapsbelasting):
Inclusief Gewerbesteuer (12/13 procent) en Solidaritätszuschlag (1 procent) ligt de totale belastinglast van kapitaalvennootschappen bij 38 à 39 procent.

Vanaf 1 januari wordt geen onderscheid meer gemaakt tussen soorten winst. Het uniforme tarief bedraagt vanaf 01-01-2001 25 procent en vervangt de verschillende tarieven voor ingehouden winst (30 procent) en uitgekeerde winst (40 procent) die tot 1 januari van kracht waren.

Dividend:
Aandeelhouders moeten nog slechts de helft van de dividenduitkeringen van een kapitaalvennootschap bij de inkomstenbelasting aangeven (Halbeinkünfteverfahren). Het Vollanrechnungsverfahren, waarbij de reeds door de onderneming betaalde Körperschaftsteuer (vennootschapsbelasting) met de inkomstenbelasting bij de aandeelhouder wordt verrekend, vervalt.

Koerswinsten:
Indien tussen de aan- en verkoop van effecten meer dan een jaar ligt, blijven eventueel behaalde koerswinsten belastingvrij. Binnen deze speculatietermijn worden deze slechts nog voor de helft belast. Bovendien geldt een belastingvrij bedrag van 1000 DM.

Winst bij verkoop:

1.      Bij kapitaalvennootschappen:
Winsten voortvloeiend uit de verkoop van deelnemingen in Duitse kapitaalvennootschappen aan andere binnen- en/of  buitenlandse kapitaalvennootschappen zijn in de toekomst na een Mindesthaltepflicht van een jaar belastingvrij. De vrijsteling van belasting geldt pas vanaf 2002.

2.      Bij personenvennootschappen:
Verkoopt een ondernemer zijn bedrijf onwille van zijn leeftijd, dan geldt een belastingvrij bedrag van 100.000 DM (was 60.000 DM).

3.      Bij particuliere deelneming:
Betreft het een in het privévermogen liggende deelneming aan een kapitaalvennootschap, dan wordt verkoopwinst alleen dan belast indien het aandeel minimaal 1 % bedraagt.

Lohnsteuertabellen:
De wettelijke belastingtabellen worden afgeschaft. Tevens vervallen tot 2003 de bestaande tariefgroepen stapsgewijs.

Gegenfinanzierung:
De belastinghervorming wordt met name door strengere bepalingen met betrekking tot de afschrijvingen gefinancierd. Zo daalt de degressive afschrijving voor roerende economische goederen van 30 naar 20 procent. De lineaire afschrijving voor gebouwen in het bedrijfsvermogen wordt van vier naar drie procent gereduceerd.

Bovendien worden in de ambtelijke afschrijvingstabellen langere gebruiksperioden vastgelegd.