Wijzigingen op sociaal verzekeringsgebied
* Teilzeitgesetz:
In bedrijven met meer dan 15 medewerkers kan iedere werknemer een geringere werktijd overeenkomen, voor zover er geen bedrijfsinterne redenen in de weg staan. Ook het afsluiten van arbeidscontracten voor bepaalde tijd wordt nieuw geregeld. Alleen nog bij nieuwe aanstellingen zal in de toekomst een beperking voor bepaalde tijd mogelijk zijn, zonder dat dit in de overeenkomst omvangrijk moet worden gemotiveerd.
* Eenmalige uitkeringen:
Vakantiegeld en kerstgratificatie van de werkgever verhogen de toekomstige aanspraken bij latere werkloosheid of bij langdurige ziekte. Tot nu toe werden weliswaar ook op deze eenmalige uitkeringen sociale lasten geheven. Dit leidde er echter niet tot overeenkomstige vergoedingen bij een werkloosheidsuitkering of ziekengeld, zoals dit bij lopende maandelijkse inkomen het geval is.
* Pensioenpremie:
het premiepercentage t.b.v. de wettelijke pensioenverzekering (Rentenversicherung) is per januari 2001 van 19,3 naar 19,1 procent gedaald. Een en ander zal door de inkomsten voortkomende uit de Ökosteuer (zie verderop in deze nieuwsbrief) worden gefinancierd. De verlaging van ca. 800 miljoen DM komt ten goede aan werknemers en werkgevers.
* Nieuwe regeling van invaliditeitspensioen:
De nieuwe regeling voorziet de vervanging van bestaande uitkeringen i.v.m. arbeidsongeschiktheid en invaliditeit door een uit twee trappen bestaande “Erwerbsminderungsrente”. De arbeidsongeschiktheidsuitkering wordt afgeschaft. Voor personen van 40 jaar of ouder blijf de “Berufsschutz” bestaan.
Degene die slechts drie uren per dag in staat is te werken, ontvangt voortaan een volledige uitkering, bij drie tot zes uren de helft. Bij arbeidsongeschiktheid van zes uren en meer wordt geen uitkering betaald. Iedereen die tot zes uren zou kunnen werken, maar geen werk vindt, ontvangt een volledige uitkering.
Zwaar gehandicapten, die inmiddels het 50e levensjaar hebben bereikt, kunnnen ook in de toekomst met 60 jaar met pensioen, zonder gekort te worden. Voor jongere personen wordt de pensioengerechtigde leeftijd naar 63 verhoogd.
* Premiegrens:
Bij de pensioen- en werkloosheidsverzekering stijgt de premiegrens in West-Duitsland van 8600 naar 8700 DM per maand, in Oost-Duitsland van 7100 naar 7300 DM.
Bij de ziektekostenverzekering en Pflegeversicherung (AWBZ) stijgt de premiegrens van 6450 DM in het westen en 5325 DM in het oosten naar een eenheidtarief van 6525 DM. Dit betekent dat de hogere inkomens in de nieuwe bondslanden nu meer voor de ziektekostenverzekering moeten betalen.
* Ziektekostenverzekerden:
Per 1 januari 2001, tien jaar na de Duitse hereniging, gelden voor wettelijk ziektekostenverzekerden in de oude en nieuwe bondslanden dezelfde bepalingen. Maandinkomens lager dan 6525 DM vallen onder de wettelijke ziektekostenverzekering. Huidige particulier verzekerden, waarvan het inkomen nu onder de premiegrens komt te liggen, kunnen kiezen of ze terug willen naar een wettelijke ziektekostenverzekeraar. Willen zij particulier verzekerd blijven, dan moeten zij dit tot 31 maart 2001 bij hun verzekering aanvragen.
* Zuzahlungsbefreiung:
Ook de hoogte van de bijbetalingsvrijstelling is in de nieuwe en oude bondslanden sinds begin dit jaar gelijk. Alleenstaanden zijn tot een maandelijks inkomen van 1792 DM vrijgesteld van bijbetaling van vergoedingen zoals medicamenten of behandeling in het ziekenhuis, tot nu toe lag de grens bij 1456 DM (plus 336 DM). Bij echtparen is de grens verhoogd van 2002 naar 2464 DM (plus 462 DM), bij families met een kind van 2262 naar 2912 (plus 650) DM.