Geen duiten van de bank? Vadertje Staat biedt helpende hand!
Uitbreiding van de internationale activiteiten van het Nederlandse midden- en kleinbedrijf? Zeker doen! Expansie van het MKB naar Duitsland als motor van de Nederlandse economie? Klinkt prima! Veel bedrijven staan te trappelen om de grens over te gaan. Maar om te starten of te groeien moet je investeren. En daar heeft een ondernemer meestal financiële hulp bij nodig. Echter, zonder onderpand zijn banken tegenwoordig vanwege de strengere EU-richtlijnen betreffende de boniteit van bedrijven niet bepaald scheutig met het verstrekken van kapitaal. Ook al is een bedrijfsplan nog zo goed – als er geen eigen vermogen, een kapitaalkrachtige achterban of een Nederlands moederbedrijf achter de ondernemer staat, zijn banken huiverig om te investeren. Al helemaal als kredieten voor investeringen in het buitenland gebruikt zullen worden. Een mission impossible dus?
Helemaal niet, vinden Klaas Bouman van het Ministerie van Economische Zaken (EZ) en Roland Starmans van SenterNovem, die tijdens de maandelijkse “Duitsland-Borrel” bij Anwaltskanzlei Strick in Kleve rond 75 Nederlandse ondernemers de mogelijkheid tot lenen met een borgstelling door de overheid onder de aandacht brachten. “De overheid wil door borgstelling de financiering van MKB-activiteiten vergemakkelijken”, zei Klaas Bouman. “We hebben daarom met een aantal Nederlandse banken afgesproken dat ze hun klanten op deze mogelijkheid van investeren in het buitenland zullen wijzen.” Zijn ministerie stelde begin van het jaar 45 miljoen euro extra beschikbaar voor internationale expansie van het MKB. Dit bedrag werd toegevoegd aan de Borgstellingsregeling voor het midden- en kleinbedrijf (BBMKB), waaraan in 2008 een budget van 730 miljoen euro gekoppeld is. Afgelopen jaar hebben zo’n 3.500 bedrijven (tot 100 medewerkers) gebruik gemaakt van de BBMKB.
“Als de ondernemer over te weinig middelen beschikt en te weinig zekerheden kan bieden aan de bank, kan deze een beroep doen op de overheid, om garant te staan”, lichtte Roland Starmans het idee achter de BBMKB aan de twee op de “Duitsland-Borrel” aanwezige bankiers, Hermann van Ameln van de Commerzbank Kleve en Henri Raoul Kaesbach van de Fortis Bank in Düsseldorf, tot in de puntjes toe. “Voor de bank betekent dit een vermindering van het risico, want de staat is goed voor zijn geld.” Het borgstellingskrediet bedraagt maximaal 1 miljoen euro per bedrijf, en de bank moet minstens een gelijk bedrag voor eigen risico beschikbaar stellen. Voor starters en innovatieve ondernemers waarborgt de staat respectievelijk 80 % en 67 % van de lening. Het borgstellingskrediet heeft een maximale looptijd van 6 jaar, in bepaalde gevallen kan deze looptijd 12 jaar bedragen. “Verstrekt wordt de lening door de bank en die bepaalt zelf of ze van de regeling ten behoeve van haar klanten gebruik wil maken”, legde Starmans uit. “Wij bemoeien ons er niet mee wat u met het geld gaat doen, we willen het ook helemaal niet weten. Ons interesseert alleen of u terug kunt betalen”, grapte het hoofd internationaal financieren van SenterNovem, het agentschap van EZ, dat verantwoordelijk is voor de uitvoering van de borgstellingsregeling.
De regeling kost de overheid niet veel. “We spelen quitte”, zei Roland Starmans. Zijn organisatie pikt namelijk ook een graantje mee. Als namelijk een bank bij SenterNovem borgstelling voor een debiteur in spé aanvraagt en deze aanvraag goedgekeurd wordt, ontvangt SenterNovem na afloop een afsluitprovisie van 2 tot 3,6 %, die de bank desgewenst kan doorberekenen naar de klant. “Laat het geld niet liggen, doet u er uw voordeel mee en zegt het voort”, besloot Klaas Bouman van EZ de presentatie, die bij de aandachtig luisterende bezoekers van de “Duitsland-Borrel” in goede aarde viel.