Duits erf- en successierecht (II)

Bij een langer verblijf in Duitsland is het raadzaam, de planning van een nalatenschap met behulp van een jurist/specialist te maken – alleen al om onaangename verrassingen te voorkomen. In deel I van de serie Duits erf- en successierecht (JND, juli 2010) behandelden wij de wettelijke erfopvolging. In de hier volgende passages gaat het over het recht op een legitieme portie.

Legitieme portie (Pflichtteil)

Het nagelaten vermogen dient in Duitsland in beginsel ook aan de naaste verwanten toe te komen. Maar wat gebeurt er, als de overledene een deel of ook het gehele vermogen aan een derde heeft nagelaten en hierdoor het erfdeel van zijn familieleden kleiner wordt of een van zijn naaste verwanten bijzonder begunstigt en daardoor de anderen benadeelt? Op dat moment kunnen de rechthebbenden zich beroepen op hun legitieme portie (Pflichtteil). De legitieme portie zet grenzen aan de beschikkingsvrijheid van de erflater, het garandeert de naaste verwanten een minimaal erfdeel. De legitieme portie is het wettelijk erfdeel dat in ieder geval aan kinderen en ouders moet worden nagelaten na overlijden, ongeacht hetgeen de overledene in zijn of haar testament had bepaald.

Rechthebbenden op een legitieme portie nemen niet aan de nalatenschap deel, ze worden dus niet als mede erfgenamen in het verbond met de andere erfgenamen opgenomen. Zij hebben jegens de erfgenamen enkel een aanspraak op geld. Zij hebben recht op de helft van de waarde van hun wettelijk erfdeel dat toegepast wordt als er geen testament aanwezig is en dus de wettelijke regeling wordt toegepast.

Vanwege inhoudelijke verschillen tussen het Nederlandse en Duitse recht is het soms geboden een erfrechtelijke regeling te treffen, vooral als de erflater in Duitsland onroerend goed bezit. Het Duitse erfrecht kent bijvoorbeeld (anders dan in Nederland!) een recht op een legitieme portie voor ouders. De legitieme portie is in Duitsland 50% van het wettelijk erfdeel ( in Nederland slechts 1/3).

Stel een Nederlandse erflater koopt een huis in Duitsland waarin hij met zijn vriendin zeven jaar woont voordat hij komt te overlijden. In zijn testament heeft hij bepaald dat zijn vriendin enig erfgenaam wordt. Hij heeft geen kinderen, zijn ouders leven nog. Hij heeft in zijn testament geen keuze voor het Nederlandse of Duitse recht gemaakt. In deze situatie geldt het Duitse erfrecht, en het testament wordt dan ook getoetst aan het Duitse recht. Wanneer het testament rechtsgeldig is, zal de vriendin van de erflater haar aandeel ontvangen. De ouders ontvangen eventueel (onder omstandigheden) hun legitieme portie (Pflichtteil). Is het testament op grond van Duitse voorschriften niet rechtsgeldig, worden in beginsel de regels van de wettelijke erfopvolging uitgevoerd, de ouders van de erflater erven dienovereenkomstig de hele nalatenschap.

Het gevaar bestaat dus dat de vriendin van de erflater, ondanks het feit dat het testament in Duitsland uitvoerbaar is, de ouders moet uitbetalen. Het is echter mogelijk om in een testament voor het onroerend goed te kiezen voor het Nederlandse erfrecht. In dit geval gelden de Nederlandse regels, de ouders worden geheel onterfd en ontvangen niets aangezien het Nederlandse recht geen aanspraak op een legitieme portie voor ouders kent. De vriendin van de erflater is erfgenaam van het huis.

Over wettelijke erfopvolging las u in de vorige uitgave van de Juridische Nieuwsbrief Duitsland (juli 2010). Over huwelijkse voorwaarden, de gevolgen van een testament of erfcontract en over het aan de Duitse fiscus verschuldigde successierecht gaat het in de volgende uitgaven van deze nieuwsbrief.