In veel gevallen bestaat onduidelijkheid over de redenen op basis waarvan de oplevering van een geleverd (bouw)-product c.q. uitgevoerde installatie kan worden geweigerd. Dit is met name van belang omdat de afgesproken contractuele vergoeding pas na de officiële oplevering dient te worden betaald.
De voorwaarde voor een oplevering is een product dat opleveringsgereed is. Tot 1 mei jl. had echter de constatering van elk klein gebrek een weigering van de afname tot gevolg, zodat de contractuele vergoeding niet werd overgemaakt.
De nieuwe wettelijke bepaling (artikel 640 BGB) heeft echter bepaald dat een constatering van kleine gebreken nooit een weigering van de afname van een opgeleverd product tot gevolg kan hebben. Tevens nieuw is de bepaling dat het opgeleverde werk automatisch als afgenomen wordt beschouwd, indien de opdrachtgever het object niet binnen de door de aannemer gestelde termijn afneemt, terwijl hij hiertoe verplicht is.