Duitsland beweegt

Duitsland beweegt

Na de hereniging van Oost- en West Duitsland in het jaar 1990 kende Duitsland een Sonderkonjunktur. Terwijl ook in Duitsland eind jaren ’80 de discussie omtrent ‘lean management’ en ‘lean production’ als antwoord op de steeds toenemende globalisering werd gevoerd, bracht de hereniging een geweldige economische bloei met zich mee. De (weder)opbouw van Oost Duitsland leidde ertoe dat de (West) Duitse fabrieken op 100% van hun capaciteit draaiden en ook de bouw- en metaal-elektro sector hard groeiden.

De toenmalige bondskanselier Helmuth Kohl beloofde ‘bloeiende landschappen’ en kondigde aan dat dit “economisch wonder” zonder belastingverhoging zou kunnen worden gerealiseerd.

10 jaar geleden, in het jaar 1995, was de droom over. De staatsschuld was opgelopen t/m 1 biljoen DM en ter financiering van de Einheit moesten de belastingen maar vooral de sociale lasten dramatisch worden verhoogd.

Vooral de verhoging van de sociale lasten leidde ertoe dat arbeid in Duitsland duur, ja te duur werd. Ca. 4,5 miljoen werklozen in 2004 zijn hiervan het gevolg.

De Bondsregering onder Gerhard Schröder schatte in haar eerste termijn (beginnend 1998) de situatie nog te rooskleurig in. Blij om na 16 jaar Helmuth Kohl weer eens aan de regering te zijn wilde men de kiezers niet met moeilijke saneringsmaatregelen lastig vallen. In zijn eerste regeringsverklaring zei Schröder dan ook: ” Nicht alles wird anders werden, aber vieles besser”. Het was de hoffelijke omschrijving van “doorgaan als vanouds” en wij zullen de Duitse sociale welvaartstaat niet lastig vallen.

Deze houding heeft Schröder bijna zijn tweede termijn gekost omdat de wereld om Duitsland heen veranderde. Terwijl het in Duitsland sinds 1995 bergafwaarts ging bloeide de wereldeconomie en vooral het buurland Nederland met zijn in Duitsland veel bewonderde poldermodel deed het goed. Voor het eerst na de Eerste Wereldoorlog kon je in Nederland weer Duitse “gastarbeiders” bewonderen. Nederland en zijn flexibele arbeidsmarkt kregen een voorbeeldfunctie in Duitsland.

Ook wij zouden flexibeler moeten worden, uitzendbureaus niet langer als slavenhouders beschouwen, de loonkosten omlaag brengen en degenen motiveren om werk aan te nemen die in de zachte Duitse sociale hangmat bleven liggen.

Agenda 2010

Om dit te bereiken werd de agenda 2010 in het leven geroepen. Een lange reeks van soms ingrijpende maatregelen op alle economische en sociale terreinen die ertoe moeten leiden dat Duitsland in het jaar 2010 het meest concurrentievaardige land van Europa is.

Agenda 2010 heeft de volgende aandachtspunten:

a.) Meer dynamiek op de arbeidsmarkt

Om de arbeidsmarkt te flexibiliseren zijn de traditionele Arbeitsaemter omgebouwd tot moderne Dienstleistungsagenturen onder de naam “Agentur für Arbeit“. Job-Centern moeten de bemiddeling sneller maken o.a. door het inzetten van een persoonlijke Fallmanager. De mogelijkheid om als werkloze ongecompliceerd een eigen (in den beginne gesubsidieerd) bedrijf op te zetten (zgn. Ich-AG) moet tot een boom van startende ondernemers leiden.

Meer informatie over dit thema: zie onze nieuwsbrief september 2004.

b.) Beroepsopleiding

Tezamen met het Duitse bedrijfsleven heeft de bondsregering een initiatief gestart om binnen drie jaar 90.000 opleidingsplaatsen bij bedrijven te creëren. Ook moeten 75.000 mensen een beroepskwalificatie binnen de bedrijven kunnen doorlopen.

Meer informatie over dit thema: zie onze nieuwsbrief juli 2004.

c.) Ganztagsschulen

Een van de factoren die een optimale arbeidsparticipatie in Duitsland belemmeren is het feit dat de meeste Duitse scholen slechts tot de namiddag draaien. Afhankelijk van het rooster gaan de kinderen tussen 12.00 uur en 14.00 uur al weer naar huis. Een moeilijke situatie als beide ouders (willen) werken. Inmiddels zijn 1000 scholen overgegaan op het systeem van een Ganzstagsschule. De bedoeling is dit systeem over geheel Duitsland in te voeren (de leraren zijn felle tegenstanders). Voor de invoering staan 4 miljard euro ter beschikking en tot de zomer komen er 3000 Ganztagsschulen bij. Voorts worden jaarlijks 1,5 miljard euro ter beschikking gesteld om 230.000 plaatsen in kindercrèches te creëren.

d.) Gesundheitsreform

De kosten van het gezondheidsstelsel zijn de afgelopen jaren continue gestegen en daarmee ook de hieraan gerelateerde bijdragen van het arbeidsinkomen. Gezien 50 % door de werkgever en 50 % door de werknemer worden betaald, werd arbeid steeds duurder. Toenemende werkloosheid was het gevolg, omdat naar schatting 0.5 premieverhoging tot het verlies van 100.000 arbeidsplaatsen heeft geleid. Via een ingewikkeld systeem van kortingen op prestaties en eigen bijdragen van de verzekerden is het gelukt de stijging tot stilstand te brengen. Voor 2005 wordt een daling van de ziektekostenpremie 0.9 % verwacht.

e.) Investering in opleiding en wetenschappelijk onderzoek

In het jaar 2005 zullen alleen al 10 miljard euro in opleiding en wetenschappelijk onderzoek worden geïnvesteerd. Via deze middelen moet het maatschappelijke klimaat m.b.t. R&D worden verbeterd.

f.) Integratie immigranten (op de arbeidsmarkt)

Het aandeel allochtonen aan de werkloze beroepsbevolking is buitenproportioneel hoog. Via het nieuwe Zuwanderungsgesetz wordt de integratie van een immigranten bevorderd. Taal en integratiecursussen zijn verplicht. Ook wordt de arbeidsmarkt voor hoog gekwalificeerde buitenlandse arbeidskrachten opgesteld (want ondanks de werkloosheid is er een tekort aan hooggekwalificeerde mensen, vooral ingenieurs etc.).

g.) Verlaging belastingdruk

In Duitsland kennen wij geen schijvenstelsel zoals in Nederland maar een lineair systeem. Afhankelijk van het inkomen loopt inkomstenbelastingdruk langzaam op. De eerste 7.664,- euro zijn belastingvrij. Daarna begint de belastingdruk bij 15 % (was 16 %) en loopt hij langzaam op. Vanaf een belastbaar inkomen van 52.152,- euro betaalt men 42 % (was 45 %). De solidariteitstoeslag blijft echter bestaan.

Meer informatie over dit thema: zie onze nieuwsbrief september 2004 en december 2004.

h.) Voor het eerst meer dan twee miljoen studenten

Investeringen in opleiding en onderzoek zijn het centrale onderwerp van de agenda 2010. Middels een herziening van het systeem van studiefinanciering is de economische basis voor studenten verbeterd. Het volgen van een (eerste) studierichting is van collegegeld vrijgesteld.

i.) Vergrijzing

Ook Duitsland heeft te maken met vergrijzing van de maatschappij. De Duitse AOW-uitkeringen berusten op een omslagstelsel. Met andere woorden de hedendaagse werknemers betalen de uitkeringen van de huidige AOW’ers. Dit legt een grote druk op de AOW-premie en maakt arbeid (te) duur. Een kapitaalgedekt pensioensysteem is de oplossing. Via het nieuwe Altersvorsorge- en Alterseinkuenftegesetz moet dit worden opgebouwd. De premiebetalingen voor de Duitse AOW (Rentenversicherung) worden stapsgewijs van de inkomstenbelasting vrijgesteld. Hierdoor ontstaat de financiële ruimte voor een ieder om geld in een particuliere pensioenopbouw te investeren. Echter, tot op heden was de ontvangst van een pensioen vaak belastingvrij omdat de inkomstenbelasting slechts over het rentebestanddeel van de uitkering moest worden betaald. Dit verandert langzamerhand middels verhoging van het belastbaar bedrag.

Meer informatie over dit thema: zie onze nieuwsbrief november 2004.

j.) Werkloosheid

De sociale hangmat in Duitsland was zacht en niet iedereen die kon werken had daar ook zin in. Logisch, want in het eerste jaar van de werkloosheid ontving je 60 % van je laatste nettosalaris als Arbeitslosengeld en daarna voor ‘eeuwig’ 53 % (zgn. Arbeitslosenhilfe). Welnu, het laatste verandert. In plaats van een salarisgerelateerde uitkering ontvangt men vanaf 01-01-2005 een vast bedrag t.h.v. 345,- euro per maand plus een tegemoetkoming in de huur- en stookkosten. Eigen vermogen boven een basisbedrag moet je opmaken en leef je samen wordt het inkomen van de partner bij de “behoeftigheids-toets” meegeteld. Om hieraan te ontkomen zijn steeds meer werklozen bereid een baan te nemen ook vinden zij zelf deze niet ‘passend’. Omdat steeds meer hooggekwalificeerden nu ‘elk’ werk aannemen ook al is het tegen lager loon, ontstaat een neerwaartse druk op de loonkosten hetgeen de concurrentievaardigheid van de Deutschland GmbH langzaam verhoogt.

Meer informatie over dit thema: zie onze nieuwsbrief september 2004 en oktober 2004.

k.) Gerechtigheid tussen de generaties

Zoals gezegd wordt de opbouw van het Duitse pensioenstelsel langzaam veranderd en omgebouwd naar een (gedeeltelijk) kapitaalgedekt systeem. Echter, reeds nu worden mensen steeds ouder en genieten zij langer van hun pensioen. Binnen het omslagstelsel betekent dit dat steeds minder schouders steeds meer en zwaardere lasten moeten dragen. Omdat de uitkeringen betaald worden uit de aan het arbeidsinkomen gerelateerde premies, zouden deze premies moeten stijgen. Hierdoor zou arbeid steeds duurder worden met als gevolg een hogere werkloosheid (omdat niemand de prijs voor arbeid meer wil of kan betalen stijgt de werkloosheid). Gevolg: de premies moeten verder worden verhoogd en het spel begint opnieuw.

Deze vicieuze cirkel wordt doorbroken door de invoering van een zgn. Nachhaltigkeitsfaktor. De uitkeringen worden (gedeeltelijk) van de loonstijging ontkoppeld. Zodoende blijven de premies constant. Feitelijk leidt dit natuurlijk tot een korting van de uitkeringen, maar Nachhaltigkeitsfaktor klinkt toch wel minder dreigend.

Ach ja, bijna vergeten: gerechtigheid tussen generaties berust op de nakomende generatie. Logisch dat degene die niet aan de bevolkingsopbouw meewerkt hiervoor moet betalen. De premies voor de Duitse AWBZ (Pflegeversicherung) stijgen voor mensen die (gewild of ongewild) geen kinderen hebben.

Meer informatie over dit thema: zie onze nieuwsbrief september 2004 en oktober 2004.