Topverkopers verdienen vaker een extraatje, dacht men 2007 bij de Duitse verzekeraar Hamburg-Mannheimer en trakteerde zijn 100 meest succesvolle agenten op een heel bijzonder uitje. Op kosten van de zaak (respectievelijk van miljoenen premie betalende klanten) werd het exclusieve gezelschap een avond lang verwend in de classicistische ambiance van het Gellertbad in Boedapest.
De catering voorzag hierbij volgens een recent bericht in het Duitse Handelsblatt niet alleen in culinaire hapjes en sprankelende drankjes, maar ook in 20 karig beklede dames die hun duidelijk geëtaleerde voordelen niet onder stoelen of banken staken. “Wie wilde, kon met zijn favoriete dame doen waar hij zin in had”, citeert het Handelsblatt een deelnemer van de Duitse bedrijfsorgie in de Hongaarse hoofdstad. Na ieder onderonsje in een half geopende chambre séparée kregen deze vrouwen blijkbaar een stempel op hun arm gedrukt, om te documenteren welke dame welke heren hoe vaak van dienst was geweest. “Het was werkelijk een geweldige avond”, aldus de feestvierder. De rekening bedroeg € 83.000.
De verontwaardiging liegt er niet om nu de zaak publiek geworden is. En het zal niet verbazen dat de directie van Ergo, waartoe de Hamburg-Mannheimer inmiddels behoort, haar uiterste best doet het losbandig gedrag van haar medewerkers met nadruk af te keuren. Toch is er voor een zedenmeester in deze zaak geen hoofdrol weggelegd. Want in principe gaat het hier niet om een kwestie van moraal, maar om de juridische en fiscale consequenties van deze delicate aangelegenheid.
De eerste vraag luidt: heeft de Hamburg-Mannheimer een strafbaar feit gepleegd? Nee, beweren juristen. Want ook al vindt men het motivatie-uitje van de Hamburg-Mannheimer stuitend – zo lang prostitutie in Hongarije niet in strijd is met de wet, is er niets op tegen dat een groep Duitse verzekeringsventers zich met meisjes van plezier vermaakt.
Een andere vraag is of werknemers een zulke incentive reis aan de belasting moeten opgeven. Uiteraard, of het nu gaat om bonussen, een auto van de zaak of zakenreizen van welke aard dan ook – in beginsel is iedere vergoeding door de werkgever aan de werknemer een belastingplichtige vergoeding. Daarom moesten de deelnemers van het retourtje Boedapest dan ook einen geldwerten Vorteil van € 3.000,00 in hun belasting-verklaring opgeven.
En zo heeft de Duitse fiscus er toch mooi van geprofiteerd dat een verzekerings-maatschappij voor het vermaak van zijn medewerkers 20 hoeren heeft ingehuurd. Een onderneming kan zulke bedrijfskosten in beginsel van de belasting aftrekken. Wel dienen zulke uitgaven dan apart te worden aangetoond. Maar of de Hamburg-Mannheimer van de dames in kwestie kwitanties heeft ontvangen om ze vervolgens bij de fiscus in te dienen, is niet bekend.