Beëindiging van een arbeidsovereenkomst (deel II)
Het ontslag dient te gebeuren onder inachtneming van bepaalde termijnen. Wettelijk uitgangspunt is § 622 BGB; daarnaast vindt men regelingen in een cao en in de individuele arbeidsovereenkomst. In een cao mogen kortere termijnen dan in § 622 BGB staan, in een individuele arbeidsovereenkomst mag men geen kortere termijnen afspreken.
§ 622 BGB
De volgende minimumontslagtermijnen (hetzij een cao van toepassing is) zijn door de werknemer en de werkgever in acht te nemen:
aantal jaren werkzaam: ontslagtermijn:
proeftijd (max. 6 maanden) 2 weken
tot 2 jaar 4 weken per 15e of per einde van de maand
De volgende verlengde ontslagtermijnen moet slechts de werkgever in acht nemen. Zij gelden voor de werknemer alleen, indien dit schriftelijk tussen de partijen overeen gekomen is.
aantal jaren werkzaam: ontslagtermijn:
> 2 jaar 1 maand per einde van de maand
> 5 jaar 2 maanden per einde van de maand
> 8 jaar 3 maanden per einde van de maand
> 10 jaar 4 maanden per einde van de maand
> 12 jaar 5 maanden per einde van de maand
> 15 jaar 6 maanden per einde van de maand
> 20 jaar 7 maanden per einde van de maand
Deze periodes beginnen pas in te gaan nadat de werknemer zijn 25e levensjaar heeft beëindigd.