Nieuwe faillissementswetgeving vanaf 01 december
Zoals in onze nieuwsbrief van oktober vermeld, stijgt het aantal faillissementen in Duitsland naar ca. 33.000 in het jaar 2001. Hoe deze faillissementen worden afgewerkt, is geregeld in de Insolvenzordnung uit het jaar 1999 die nu geactualiseerd wordt.
De belangrijkste punten:
a) De procedure wordt op verzoek van de debiteur of van een
crediteur in geval van betalingsonmacht geopend. Voor het
geval dat de debiteur zijn faillissement aanvraagt is echter reeds
dreigende betalingsonmacht voldoende. Bij juridische personen is
een reden voor faillissement ook de Überschuldung (technisch
faillissement).
b) Bij opening van het faillissement wordt over het algemeen een
Insolvenzverwalter (curator) benoemd. De rechter kan echter ook
gelasten dat de debiteur zelf bevoegd blijft om over zijn vermogen
te beschikken. In dit geval wordt echter een toezichthouder benoemd.
c) Uiterlijk 3 maanden na opening beslist de vergadering van crediteuren
op basis van een rapport van de curator of de onderneming geliquideerd
of met het oog op een sanering voortgezet wordt.
d) Voor de sanering staat het nieuwe middel van een Insolvenzplan ter
beschikking die in veel punten lijkt op het reorganisatieplan van het
Amerikaanse recht (Chapter XI). Het plan kan of door de debiteur of door
de curator worden voorgelegd. De crediteuren stemmen in groepen af.
e) Ook de bevoorrechte crediteuren zijn onderdeel van het nieuwe
Insolvenzverfahren. Onder eigendomsvoorbehoud geleverde goederen
mogen in de eerste fase van de procedure niet uit de onderneming
worden gehaald. Fiduciair eigendom zal door de curator worden
uitgewonnen. Uit de opbrengst ontvangt de curator de kosten voor het
constateren van zekerheden, het uitwinnen en de BTW.
f) In geval van liquidatie worden alle crediteuren zonder zekerheden
gelijkmatig bevredigd. De preferenties uit het oude recht zijn vervallen,
werknemers worden door het Insolvenzgeld bevredigd. Het salaris is
voor de periode van drie maanden gedekt.