Selbstzweifel, ik koop een toupet of ik stop ermee

Selbstzweifel, ik koop een toupet of ik stop ermee

De ABN AMRO Wereldweken in Rotterdam waren voor iedereen een succes, behalve voor mij persoonlijk.

De locatie was fantastisch gekozen in Cruise Terminal met uuitzicht op de Erasmusbrug. Men verwachtte elk moment dat de Queen Mary II zou afmeren, die er een jaar eerder al had gelegen.

Onze stand stond klaar en de locatie was in stijl van de Wereldweken gedecoreerd.

In zijn openingstoespraak vertelde ABN AMRO regiodirecteur Jasper Schrijver dat hij het tijdens zijn periode in Duitsland het moeilijkste had gevonden om (zakelijk) tot zijn Duitse gesprekspartner door te dringen. De cultuur in Duitsland is anders dan men het in Nederland gewend is. Maar de markt met tachtig miljoen Duitsers is en blijft aantrekkelijk voor het Nederlandse bedrijfsleven.

Een ideale voorzet voor mijn eigen toespraak over zakendoen in Duitsland. Het kon dus niet misgaan.

Ook Joop Albeda sprak mij met zijn voorbeelden aan over ambitie en motivatie uit het hart. Zijn verwijt dat de lege eerste rijen van de zaal een teken van tekort aan ambitie van Nederlanders zou zijn, gaat echter ook op voor Duitsland. Ook in Duitse zalen laten ondernemers de eerste rijen onbenut. Uit angst? Duitsers en Nederlanders zijn dus toch te vergelijken.

Voor mijn lezing over “Zakendoen in Duitsland” was zoveel belangstelling, dat deze in plaats van in een kleine ruimte plaatsvond in de hoofdzaal, hetgeen mijn ego uiteraard streelde. Tevens was ik in staat om een nieuwe hightech Arbeitsbeschaffungsmassnahme voor Duitsland te ontwikkelen. Omdat op een cruise terminal muizen (logischerwijs) geen toegang hebben, ontbrak een afstandbediening voor de powerpoint-presentatie.

De typisch Duitse hightech oplossing die door mij ter plekke werd uitgevonden was nogal ingenieus: een virtuele muis! Deze nieuwe baanbrekende vinding werkt met een

‘visable bluetooth’-applicatie en een human interface op driedimensionale basis (alleen de omschrijving zou al goed genoeg zijn voor een notering in de AEX).

In praktijk werkte als volgt: José de Baan (op ons kantoor verantwoordelijk voor marketing en communicatie) ging naast de laptop zitten om mij te assisteren. Tijdens mijn lezing bewoog ik telkens als een nieuwe sheet moest komen, mijn vinger alsof ik een computermuis zou aanraken. José zag dit en drukte op de juiste toets van de laptop en zodoende verscheen de volgende sheet.

Gezien het feit dat er dagelijks honderdduizenden powerpoint-presentaties middels een afstandsbediening worden gehouden, zou de afschaffing van deze mogelijkheid en het vervangen van de muis door een mens tot ongekende banengroei leiden. Wellicht niet alleen geschikt voor bedrijfskundigen zoals José de Baan maar ook voor laaggeschoolden.

Ook na de presentatie ging het voorspoedig verder en er werden veel gesprekken gevoerd.

Tegen het einde van de avond gebeurde toen een (persoonlijke) ramp. De heer Gunning stelde mij voor aan een charmante jongedame met de woorden: “Dit is de heer Strick. Denk je aan Duitsland, dan denk je (zakelijk) aan Strick”. Een betere introductie kun je je niet voorstellen en in afwachting van een bewonderende blik gaf ik de jonge dame een hand. “Okay meneer Strick,” sprak zij mij aan, als ik eerlijk ben, dan denkt mijn generatie niet aan u als het over Duitsland gaat, maar aan Enrico Kretschmar van Gateway to Germany BV” (adviseur Duitsland – http://www.gatewaytogermany.info/, die ook op de bijeenkomst aanwezig was. Zelden ben ik zo perplex geweest. Een spontaan opkomende midlifecrisis maakt zich van mij meester.

Selbstzweifel (een woord dat in het Nederlands niet eens bestaat) kwam bij mij op. ” Heb ik mijn beste tijd gehad, ben ik oud, moet ik een toupet kopen om wat jonger te lijken, had ik in mijn leven maar minder gedronken en gerookt (slecht voor de huid, zegt men) en waarom gebruik ik het fitnessapparaat alleen maar om mijn kleren op te hangen?”.

Op de terugweg in de auto probeerde José de Baan mij weer op te peppen (puur eigenbelang, neem ik aan, want als chauffeur in een diepe mentale crisis leek ik haar een gevaar voor de overige weggebruikers (en daarom voor haarzelf)).

Thuis aangekomen hoopte ik dat mijn vrouw zou slapen, zodat ik mij onmiddellijk onder de dekens zou kunnen verstoppen. Echter, zij had op mij gewacht (haar fout) en had het genoegen een metaal wrak te troosten. “Je bent niet oud, maar van middelbare leeftijd,” was haar argument.

De volgende ochtend heb ik meteen gegoogled naar de definitie van ‘middelbare leeftijd’. Geef je de woorden ‘begin middelbare leeftijd’ in, dan is de eerste hit een uitvoerig onderzoek ‘”Socio-economische ongelijkheid in sterfte op middelbare leeftijd in België”. Een analyse van de nationale “Nationale Databank Mortaliteit” (249 blz.). Mijn einde nadert, dacht ik. Maar het lezen van het onderzoek gaf mij nieuwe motivatie om toch maar door te gaan met mijn werk en het houden van lezingen. Een van de resultaten is namelijk „mannen (van middelbare leeftijd) zonder beroep vertonen een sterfte dat ver boven het gemiddelde uitstijgt”.

De conclusie was dus gemakkelijk. Ook al denkt de huidige generatie niet meer aan mij als het (zakelijk) om Duitsland gaat…ik moet gewoon nog een tijd doorgaan, wil ik blijven leven.