Aansprakelijkheid van de directeur (deel I)
Zoals u weet is ons kantoor regelmatig betrokken bij het opzetten van dochterondernemingen in Duitsland. In dit verband wordt vaak de vraag gesteld of men als directeur van een GmbH ook persoonlijk aansprakelijk kan worden gesteld. Weliswaar is de aansprakelijkheid van een Gesellschaft mit beschränkter Haftung (zoals de naam al zegt) beperkt. Echter heeft de directeur een aantal plichten die men onder het begrip ‘goed koopmanschap’ zou kunnen samenvatten. Verzuimt de directeur deze plichten dan heeft dit persoonlijke consequenties. In deze en de volgende uitgaven van de Juridische Nieuwsbrief Duitsland zullen wij u kennis laten maken met de plichten van de directeur (Geschäftsführer).
De directeur-aandeelhouder is wat zijn werkzaamheden als directeur betreft in beginsel niet aansprakelijk tegenover schuldeisers van de vennootschap (bijzondere aansprakelijkheidssituaties uitgezonderd), maar slechts tegenover de vennootschap.
Aansprakelijkheid tegenover de vennootschap
Het aansprakelijkheidscriterium is in § 43 GmbHG geregeld. Volgens deze dient de directeur van een vennootschap de specifieke verantwoordelijkheid van een naar redelijkheid en billijkheid handelend zakenman in acht te nemen.
De directeur is tegenover de vennootschap aansprakelijk m.b.t. de volgende punten:
- aansprakelijkheid voor overtredingen tegen het verbod van “Einlagenrückgewähr” §§ 43 Abs. 3, 30 GmbHG
- verbod op het aankopen van eigen aandelen (uitzondering § 33 GmbHG)
- aansprakelijkheid bij verstrekken van valse gegevens bij oprichting § 9a GmbHG
- aansprakelijkheid voor verklaringen in het kader van een kapitaaluitbreiding § 57 Abs. 4 GmbHG
- aansprakelijkheid voor onregelmatigheden in de boekhouding bijv. kastekorten
- aansprakelijkheid voor lichtvaardige verstrekking van goederenkredieten zonder toetsing van de kredietwaardigheid van de klant
- aansprakelijkheid voor aan medewerkers gedelegeerde werkzaamheden, wanneer deze door de directeur zelf uitgevoerd dienen te worden.
- aansprakelijkheid bij het geven van opdrachten aan medewerkers, wanneer de controleplicht niet wordt nagekomen, in het bijzonder de medewerker niet juist gekozen wird, niet ingewerkt of gecontroleerd werd.
- restitutie van betalingen, die tegenover derden na intrede van de insolventie van de GmbH of na het vaststellen van een te zware schuldenlast werden verricht § 64 Abs. 2 GmbHG
Uitzondering: betaling leidt tot volwaardige tegenprestatie (inkoop van goederen) huur- en loonbetalingen
Wordt vervolgd in de volgende Juridische Nieuwsbrief Duitsland.
Meer weten? Neem dan contact op met de specialisten van ons kantoor. Het telefoonnummer is: 0049-2821-7222-0.